donderdag 23 juli 2009

Kinder(pr)achtig

Kinder(pr)achtig

Kinderen. Symbool van jeugd en onbezonnenheid. Terwijl de volwassen zich zorgen maken over broeikaseffect en kredietcrisis, spelen de kinderen buiten in de zon. En als de ouders aan de rand van de zandbak zitten te zeuren, verlicht de aanblik van hun gelukkige dreumes even de zorgen. Schepje-zand-kasteel.
Het leven kan zo simpel zijn.

Kinderen maken de wereld mooier, zolang ze lachen. Maar als de kleine even niet tevreden is verandert zo’n roze wolk in een donderstorm. Dan is die schattige peuter ineens een krijsend speenvarken, alleen maar omdat ze geen tweede ijsje mag.
Ouders schamen zich over het algemeen kapot voor de geluidsoverlast, en daar hebben ze alle reden toe; niets zo irritant als een zeurende huilebalk die je humeur verpest op een zonnig zondagmiddag in het Vondelpark. Bij gebrek aan een uitknop koopt een verlate tienermoeder dan nog maar een princessen ijsje voor haar eigen princesje.
De eerste willie wortel die kinderen met een uitknop uitvind, overhandig ik persoonlijk de Nobel prijs voor de gemoedsrust.

Niet alleen in de openbare ruimte kunnen kinderen veel irritatie opwekken, ook op TV vormen ze voor mij vaak een grote bron van ergenis. Het idee dat kinderen leuk en schattig zijn wordt in medialand vaak uitgebuit om de meest kansloze programma’s te maken. Een goed voorbeeld hiervan is praatjesmakers; Zet een paar kinderen in een studio, maak ze wijs dat ze heel interessant en grappig zijn en laat ze praten over zaken waar ze veel te jong voor zijn. Gegarandeerde succes formule met een schattigheids factor van ver over de honderd. Niet dat het echt boeiende TV is, maar daar draait het niet om, het draait allemaal om de kinderen. De vraag blijft of die kinderen het zelf eigenlijk wel leuk vinden, of dat het eigenlijk vooral om de trots van hun ouders gaat.

Ook in reclames zijn onze jonge medemensen populair. Of men nou luiers of auto’s probeert aan te prijzen, zet er een kind bij en je verkoopcijfers reizen de pan uit.
Het wachten is op de eerste drankreclame met kinderen, want breezer smaakt tenslotte net als limonade.

Ik vraag me af waarom men kinderen niet gewoon als kinderen kan behandelen. Steeds vaker worden ze meegesleurd in het overbezorgde bestaan van volwassenen, waarin ze van alles mogen, maar ook heel veel moeten. Ouders proberen het kind in hunzelf niet te verliezen, maar zoeken ondertussen eindeloos naar de volwassene in hun kind. Ik stel voor dat we de in Gucci en Chanel gehulde peuters weer lekker in de zandbak zetten, en laten genieten van de tijd dat het leven nog simpel lijkt.

Hé Man(cipatie)

Hé Man(cipatie)


E-man-ci-pa-tie: Emancipatie is het streven naar gelijkgerechtigdheid, zelfstandigheid, eerlijkere maatschappelijke verhoudingen. Ook wordt wel bedoeld de formele toekenning van gelijke rechten, gelijkstelling voor de wet.


De franse revolutie is nu al weer een hele tijd geleden, maar aan de terroristische anarchisten van de achttiende eeuw hebben wij nogsteeds veel te danken. Vrijheid, gelijkheid, en broederschap zouden namelijk nogsteeds de kern moeten vormen van iedere democratische beschaving.

Maar volgens de altijd Christelijke Bakellende zijn vrijheid en gelijkheid ondergeschikt, want het gezin is de hoeksteen van de samenleving. Nu ben ik al tijden van mening dat Bakellende als een baksteen op onze vrijheid weegt, maar ook de gelijkheid binnen het door hem zo geroemde gezin is een waanbeeld.

Het gezin is in veel gevallen namelijk nogsteeds het toonbeeld van hoe het niet moet. In alle andere situaties zijn er wetten om te zorgen dat iedereen overal gelijk behandeld wordt, wat er meestal op neerkomt dat vrouwen niet het idee moeten krijgen dat ze worden achtergesteld. Maar binnen het gezin is het grootste recht van veel vrouwen nogsteeds het aanrecht, en dat je daarnaast nog wil werken, moet je zelf weten.

Vrouwen mogen inderdaad werken, en Balkenende en zijn corpsmakkers doen er van alles aan om meer rokjes en naaldhakken de werkvloer op te krijgen.
Glazen plafonds worden weggesubsidieerd waardoor ook vrouwen de top kunnen bereiken, en als je een allochtone vrouw bent heb je tegenwoordig 90% kans om aangenomen te worden bij de politie. Niet omdat allochtone vrouwen betere agentes zijn, maar gewoon op het feit dat ze vrouw zijn en allochtoon, en dat staat wel zo sympathiek in het veelal witte corps.

Dat er discriminatie en voortrekkerij nodig is om vrouwen aan het werk te krijgen, geeft de mentaliteit van de Nederlandse man goed weer. Je wordt als vrouw nogsteeds niet beoordeeld op je kwaliteiten, maar op het feit dat je een vrouw bent. Op die manier koos men in de prehistorie zijn partners uit, en tegenwoordig kiest men zo zijn werkneemsters.

En toch ziet Nederland zichzelf als het toppunt van de emancipatie, of het nu om vrouwen gaat of om allochtonen. Er wordt hier gelukkg dan ook nooit gekeken naar ras of geslacht, maar puur naar kwaliteit en mentaliteit.

Maar waarom ondertekend Mohammed Aboudir zijn sollicitatiebrieven dan liever met ‘Sander Smit’? Omdat hij dan tenminste wel wordt uitgenodigt op een gesprek.
En als je als vrouw een echte baan wil, kun je maar beter een diep decollete aandoen op je sollicitatie gesprek, want alleen daarvoor lijkt de man nog gevoelig.

Het wordt tijd dat we gaan beseffen dat we er nog lang niet zijn, en dat er nog heel wat glazen plafonds en huilende kinderen in de weg staan van de volledige vrouwen emancipatie. En pas wanneer iedereen snapt dat Moslims gewoon Nederlanders zijn met een ander geloof dan het bekrompen Nederlandse Calvinisme, zal Mohammed gelijk staan aan Sander.

De naakte waarheid

De naakte waarheid

Kleding is misschien wel het minst vernieuwende dat we tegenwoordig kennen. Duizenden jaren geleden droegen onze voorouders al berenvellen, en tot op de dag van vandaag gaan de meeste mensen gekleed door het leven.

De reden dat we nogsteeds kleding dragen is simpel. Het houd je warm en bedekt de ‘edele delen’. Wat mij hierbij aan het denken zet is dat het steeds warmer wordt op aarde, en dat de uitspraak ‘Sex Sells’ niet voor niets in de wereld is gekomen.
Een beetje boel bloot lijkt tegenwoordig geen probleem te zijn, en de naakte waarheid wordt maar al te vaak onthuld. Nu de basisbeginselen van het dragen van kleding wegvallen, ben ik al begonnen met aftellen tot het tijdperk van het al om geaccepteerde nudisme aanbreekt.

‘Al om geaccepteerd nudisme? Dat kan tog niet?!’ Hoor ik je denken, want jij denkt natuurlijk –net als ik- meteen aan de Burka probleematiek. Als je niet eens je mooie reebruine ogen wilt delen met de rest van de wereld, hoe moet dat dan met die volledige naaktloperij? En dan zijn er ook nog de nonnen, priesters en mormonen, bij wie naaktloperij niet helemaal gepast lijkt.
Maar ik denk dat juist dit de groepen mensen zijn die als eerste hun kleding op de brandstapel gooien, onder de bezielende leiding van Arie Boomsma. Onze grote gespierde EO vriend snapt namelijk dat hij zijn lichaam van god gekregen heeft, en dat je gods werk in al zijn pracht en praal moet tonen. Je kunt je dan afvragen of hij de man in de wolken dankbaar moet zijn, of die man van de sportschool, maar hoe het ook zijn mag; ik ben blij dat hij het met ons wilde delen. En ik geloof heilig dat die fotoshoot in dat homoblad niet de bedoeling had het percentage masturberende tieners te verdubbelen, maar dit seizoen krijgen de kandidaten van zijn kijkcijferkanon ’40 dagen zonder seks’ het vast een stuk zwaarder.

Als iedereen dan naakt rondloopt, en zijn best doet om geen seks te hebben, is er 1 groot probleem opgelost: Het eeuwige opdringerige geblaat over mode. Want mode is waarschijnlijk het meest nutteloze en onzinnige fenomeen dat de mens in de afgelopen paar duizend jaar heeft ontwikkeld.
Het feit dat men iets heel lelijk vind, totdat een paar overgewaardeerde tijdschriften beslissen dat het mooi is, en mensen het dan ook daadwerkelijk gaan kopen, omdat je er anders écht niet bij hoort. In plaats kleding te gebruiken om ons te onderscheiden,
lijkt erbijhoren voor sommigen van ons het hoogste doel. En dan denk ik dat we al die onhandige kledingstukken maar beter gewoon kunnen afschaffen. Want zeg nou zelf, in Nederland heb je toch ook helemaal geen sheep-skinned-eskimo-laarzen nodig? ‘Vrijheid, blijheid, naaktheid en broederschap, de 4 kernwoorden van de naturalistische revolutie’, ik hoor het die naakte geschiedenis leraar al vertellen over een paar honderd jaar .

Gezelligheid kent geen tijd

Gezelligheid kent geen tijd

Gezellig, Gezelliger, Gezelligst. Een avondje met oude vrienden naar de kroeg, koffiedrinken bij je zeurende buren, de plaatselijke breiclub, een potje ganzenbord, of een etentje met je schoonouders. Een paar activiteiten die je zomaar gezellig zou kunnen vinden. Of, als je een rasechte Nederlander bent, gezellig hóórt te vinden. Gezelligheid is namelijk zo Nederlands, dat er alleen in het Nederlands een woord voor is. Je zou dan ook denken dat wij er wereldkampioen in zijn. Zoals de Amerikanen de hamburger hebben, hebben wij ‘gezelligheid’.

Gezelligheid is dus een deel van onze oer Nederlandse cultuur. Echt Nederlands is volgens Maxima 1 koekje bij de koffie, en al weet ik bijna zeker dat koffiemomentjes er veel gezelliger op worden met heel wat meer koekjes, juist dat ene koekje schijnt de Nederlander te typeren. Want Nederlanders schijnen gierig te zijn, en misschien maakt juist dat wel dat we zo veel waarde hechten aan gezelligheid.

Gezelligheid hoeft namelijk niet veel te kosten. Als je mensen weer eens hoort klagen over slechte feestjes of vieze etentjes, brengt er altijd wel iemand het oerhollandse argument tegen in: ‘..ja maar het was tog gezellig?’. Vervolgens geeft de rest van het gezelschap toe dat het eten dan misschien niet lekker was, maar dat het in ieder geval wel weer leuk was om ome Jan, tante Nel, neef Ruud en nicht Anja weer eens te zien, en dat ze dat toch echt vaker moeten doen.
Die gezelligheid binnen de famillie is meestal een verplichting die berust op bloedbanden in plaats van op vriendschap, waardoor er helemaal niet vaker wordt afgepsroken.
En zo zit je een jaar later pas weer verplicht gezellig met elkaar te doen, in hetzelfde trieste restaurant. Maar niemand klaagt, want opa betaald, omdat hij het hele afgelope jaar in eenzaamheid weer overleefd heeft.

Daarmee raak ik meteen een steeds groter wordend probleem in Nederland; de vereenzaming van ouderen. En de oorzaak hiervan is het verdwijnen van die oeroude gezelligheid.

Gezellig doen is tegenwoordig het meest vermoeiende onderdeel van de Nederlandse cultuur. In de jaren 50 bood het een veilig vangnet voor eenzame huisvrouwen, tegenwoordig weegt het als een zware last op ieders overwerkte schouders. Niemand heeft meer tijd om gezellig te doen, maar de verplichting blijft.

En hoeveel famillie-etentjes, koffie momentjes of verjaardagen er nog georganiseerd gaan worden, echt gezelliger zal het er niet op worden. Want gezelligheid kun je niet opdringen, ook niet aan je famillie. Dus laten we het houden op dat ene etentje per jaar, waar iedereen met een plastische glimlach elkaar tevreden probeert te houden.
En als je eerder weg wilt, verzin dan een mooi smoesje. Want het Oud hollandse spreekwoord luidt nogsteeds: Gezelligheid kent geen tijd.

Gelukkig heel gelukkig geweest.

Gelukkig heel gelukkig geweest

De zon schijnt, buiten ruikt het naar bloemetjes, lammetjes dartelen in de wei en verliefde stelletjes slenteren hand in hand over straat. Als ik de gordijnen straks langzaam openschuif zal ik de warmte van de dag mijn kamer binnen voelen stromen, en denken: De wereld is mooi.

Als ik naar buiten zou lopen in mijn fijnste bloemenjurkje zou ik voelen hoe het natte gras miijn blote voeten kietelt, en genieten van de vlinders om me heen en in mijn buik.
Want ja, de wereld is mooi.

Maar wat de situatie in werkelijkheid is; ik lig in bed en de gordijnen blijven dicht. Want ‘De wereld is mooi’ is naast een naar belgisch tv programma, ook een cliché waar de meesten van ons hardnekkig aan vast proberen te houden. En ik zou hier ook graag beschrijven hoe mooi alles is, maar het dwangmatige optimisme laat ik liever over aan echte schrijvers. Leuke schrijvers, die hun lezers mee kunnen nemen naar een andere wereld waar alles wél mooi is. Ik kan dat niet en ga geen pogingen doen, want de waarheid is hard en ik heb er dagelijks meerdere frontale botsingen mee.

Vandaag bijvoorbeeld nog, toen ik las dat de man die in januari meerdere peuters vermoordde in een Begisch kinderdagverblijf weigerd mee te werken aan een reconstructie, uit angst zelf vermoord te worden zodra hij zich in de openbare ruimte begeeft. Het OM heeft geen reactie op het weigeren van de man, en kan er schijnbaar ook weinig aan doen. Nu ben ik fel tegen de doodstraf, maar als deze man sterft tijdens de reconstructie van een door hem gepleegde moord, lijkt dat me een typisch geval van boontje komt om z’n loontje. En zou het ons burgers dan weer een hoop belastinggeld schelen, want zoals we allemaal weten kosten de Nederlandse criminelen achter slot en grendel ons een slordige 2.3 miljard per jaar, en de processen om ze daar te krijgen gooien daar nog eens 2.2 miljard bovenop.

Nadat ik me ernstig verbaasd had over de bovengenoemde kwestie bedacht ik me dat ik voorlopig zeer weinig belastinggeld betaal, al was het maar omdat ik niet werk en daardoor om 12 uur nogsteeds met de gordijnen dicht in bed lag. Van zo’n situatie kun je maar beter uitgebreid gebruik maken zolang het nog kan, dus ik sliep verder.

Een paar mooie uurtjes later opende ik mijn ogen in mijn nogsteeds pikdonkere kamer, die dankzij 4 paar gordijnen redelijk kater-proof is. Ik voelde me stukke beter en besloot nu toch echt de gordijnen open te doen.
Toen ik naar buiten keek zag ik inderdaad de zon schijnen, maar ik kon nergens de moed vinden om er van te gaan genieten. Daar is niks deprimerends aan, je moet gewoon niet altijd vrolijk willen zijn. Soms heb je dit soort dagen nodig, om je dan de volgende dag te realiseren dat het eigenlijk allemaal wel mee valt. Mijn motto vandaag; Gelukkig ben ik gelukkig al geweest, en voor gelukkig zijn moet je vooral geen moeite gaan doen. Morgen is er weer een dag, en misschien schrijf ik dan eindelijk dat mooie optimistische stuk waar sommigen van jullie zo duidelijk op wachten. Maar tot die tijd blijf ik veilig binnen, net zoals die Belgische massamoordenaar.